Uitkering voor oudere gestopte ondernemers
Bent u zelfstandig ondernemer en stopt u met uw bedrijf? Een IOAZ-uitkering vult uw inkomen aan nadat u gestopt bent. Vraag de IOAZ aan bij de gemeente vóórdat u stopt met uw bedrijf.
Een IOAZ-uitkering is voor oudere zelfstandige ondernemers die gestopt zijn met hun bedrijf. Als uw inkomsten te laag zijn nadat u gestopt bent, dan vult de uitkering uw inkomen aan.
De hoogte van uw IOAZ-uitkering hangt af van:
- uw inkomen
- het inkomen van uw partner
- uw eigen vermogen
- het pensioen dat u via een bedrijfspensioen heeft opgebouwd
Als u met meer mensen in huis woont, is uw uitkering lager. U kunt de kosten voor levensonderhoud dan namelijk delen. Dit geldt niet voor thuiswonende kinderen jonger dan 21 jaar, studenten en huurders.
De voorwaarden voor de IOAZ-uitkering zijn:
- U bent 55 jaar of ouder, maar u heeft nog niet de AOW-leeftijd bereikt.
- U stopt uiterlijk 1,5 jaar na de aanvraag van de IOAZ-uitkering met uw onderneming.
- Uw bedrijf voldeed elk jaar aan het urencriterium van de Belastingdienst.
- De winst van uw bedrijf was de laatste 3 jaar lager dan € 27.021 bruto per jaar (bedrag per 1 juli 2022).
- U verwacht dat uw inkomen in de toekomst lager wordt dan € 28.111 bruto per jaar (bedrag per 1 juli 2022).
- U werkte:
- minstens 10 jaar als zelfstandige in Nederland, of
- de laatste 3 jaar als zelfstandige en daarvoor 7 jaar in loondienst in Nederland.
Doe uw aanvraag maximaal 1,5 jaar voordat u stopt met uw bedrijf. De uitkering krijgt u vanaf de datum dat u stopt.
Zo vraagt u de IOAZ-uitkering aan:
- Neem contact op met de gemeente.
- U heeft nodig:
- uw geldige identiteitsbewijs
- een bewijs van uw woonsituatie
- bankafschriften van de afgelopen periode
- uw boekhouding van de laatste 3 jaar
U kunt bezwaar maken tegen de beslissing op uw aanvraag. Doe dit binnen 6 weken. Bent u het daarna niet eens met de uitspraak op het bezwaarschrift? Teken dan beroep aan bij de rechtbank.
Als u een aanvraag of melding doet, heeft de gemeente uw persoonsgegevens nodig. De gemeente behandelt uw persoonsgegevens zorgvuldig. In de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) staat hoe de gemeente met uw persoonsgegevens moet omgaan.
De belangrijkste regels zijn:
- De persoonsgegevens waar de gemeente om vraagt, zijn nodig voor het afhandelen van uw aanvraag of melding.
- De gemeente registreert en verwerkt uw gegevens op een veilige, vertrouwelijke en zorgvuldige manier.
- De gemeente gebruikt uw gegevens alleen voor het verwerken van uw aanvraag of melding (of voor iets wat daar rechtstreeks verband mee heeft).
- Uw persoonsgegevens blijven niet langer bewaard dan nodig is voor het verwerken van uw aanvraag of melding.
- Andere organisaties krijgen uw gegevens alleen als dit wettelijk verplicht is.
- Als u hierom vraagt, dan vertelt de gemeente u waarvoor de gegevens nodig zijn en wat ermee gebeurt.