Energie Bewust, thuis besparen

Tips waarmee u zelf direct aan de slag kunt. Zonder dat het u veel geld en tijd kost, bespaart u al snel tientallen euro's. Eenvoudige gedragsveranderingen hebben direct effect.

Energie besparen bij koelen en koken

  1. Plaats de koelkast op een koele plaats, niet te dicht bij de verwarming, het fornuis of de zon.
  2. Zet een koelkast met de achterkant minstens 10 centimeter van de muur af. Het apparaat gebruikt minder energie als de warmte die aan de achterkant vrij komt gemakkelijk weg kan. Houd de achterzijde van de koelkast stofvrij.
  3. Open de deur zo min mogelijk en zo kort mogelijk. Zo gaat er minder koude lucht verloren.
  4. Energie bespaart u ook door de vriezer regelmatig te ontdooien (tweemaandelijks of wanneer er een laag ijs op zit).
  5. Ontdooi ingevroren producten in de koelkast. De kou die vrijkomt wordt gebruikt voor de koeling. Dat bespaart weer energie.
  6. Voorkom dat de koelkast of vriezer onnodig opwarmt. Laat producten bijvoorbeeld eerst afkoelen voordat u ze in de koelkast plaatst.
  7. Zet de koelkast uit als u deze een tijd niet gebruikt, bijvoorbeeld tijdens vakanties. Zet de deur dan op een kier om schimmel tegen te gaan.
  8. Een slecht sluitende deur 'lekt' energie. Controleer dit door een stukje papier tussen de deur en de koelkast te steken en eraan te trekken. Voelt u weerstand, dan sluit de deur nog goed. Het randje rubber langs de deur houdt u soepel door het regelmatig te reinigen met een vochtige doek.
  9. Een goede, voldoende grote combimagnetron met hete-luchtfunctie is zuiniger met energie dan alleen een oven.
  10. Kies voor energiezuinige apparaten: deze herkent u aan het energielabel A++.
  11. Zet de afzuigkap niet op een hogere stand dan nodig is en voorzie de kap van spaarlampen. Ook is het aan te raden om de filters regelmatig schoon te maken of te vervangen.
  12. Oudere gasfornuizen hebben vaak een waakvlam. Deze gebruikt 40 m3 gas per jaar. Dat is de helft van de hoeveelheid gas die voor het koken zelf nodig is. Steekt u de gaspitten met een lucifer aan, dan bespaart u per jaar flink wat gas.
  13. U bespaart energie door pannen te gebruiken die niet groter zijn dan nodig is, niet teveel water te gebruiken om in te koken en door tijdens het koken de deksels op de pannen te houden. Zorg ervoor dat de gasvlam onder de pan blijft anders gaat de warmte langs de zijkanten van de pan verloren.
  14. Gerechten die lang moeten koken kunnen in een snelkookpan. Dit bespaart tijd en energie.

Energie besparen bij wassen en drogen

  1.  Was op een zo laag mogelijke temperatuur, dan bespaart u veel energie. Er zijn wasmiddelen op de markt die geschikt zijn voor wassen op 15 graden.
  2. Wassen op 60 graden kost twee keer zoveel energie dan wassen op 40 graden. Wassen op 90 graden kost drie keer zoveel energie dan wassen op 40 graden. Stel de temperatuur op uw wasmachine niet alleen volgens routine in, maar kijk ook naar het wasresultaat.
  3. Was alleen met een volle trommel. Het maximale aantal toegestane kilo´s was varieert per wasmachine.
  4. Door het wasgoed goed te centrifugeren voordat het de droger ingaat, gaat het droogproces sneller en bespaart u dus energie.
  5. Gebruik een wasdroger enkel wanneer dit noodzakelijk is. In veel gevallen kan was ook aan de waslijn drogen.
  6. Wanneer u toch een wasdroger gebruikt, geldt dat langer drogen bij een lage temperatuur energie bespaart. Sommige drogers hebben hiervoor een Economy-toets met een energiebesparend programma.
  7. Zowel de luchtdroger als de condensdroger verbruikt minder energie als ze in een verwarmde ruimte staan. Dit heeft alleen zin wanneer deze ruimte toch al verwarmd wordt.
  8. Drogers hebben òf een tijdklok die u zelf moet instellen, of een droogprogramma. Stel de droogtijd met een tijdklok niet té lang in. Dat kost onnodig energie. Een droger met een programma droogt de was tot een bepaalde vochtigheid en slaat dan af. 

Energie besparen bij apparatuur

  1. Zet apparaten uit wanneer u er geen gebruik van maakt. Laat dus bijvoorbeeld TV, radio en computer niet zomaar aan staan.
  2. Koop apparaten met een laag energieverbruik. Let bij elektrische apparaten op het energielabel. Een apparaat met energielabel A, A+ of A++ is het zuinigste en bespaart veel energie.
  3. Koop apparaten op maat. Een kleinere koelkast of televisie verbruikt minder energie dan een grotere versie. Schaf apparatuur aan naar gelang uw gebruikersbehoeften.
  4. Verminder stand-by gebruik. Apparaten gebruiken gewoon nog stroom wanneer deze in de stand-by stand staan. Haal apparaten helemaal van de stroom af wanneer u ze niet gebruikt.
  5. Wanneer u de stekkers van meerdere apparaten in een stekkerdoos met een aan/uitknop doet, kunt u hiermee alle aangesloten apparaten in één keer echt uitzetten.
  6. Wanneer u een oplader niet gebruikt, of als het apparaat vol is, haal dan de oplader uit het stopcontact. Anders blijft deze stroom verbruiken. Denk daarbij aan de oplader voor de kruimeldief, de tandenborstel, mobiele telefoon, laptop of mp3-speler.
  7. Vervang energieslurpers zoals een oude koelkast of wasmachine door een nieuw energiezuinig exemplaar.
  8. U kunt oude energieslurpende apparaten inleveren bij de milieustraat. 

Energie besparen bij verlichten

  1.  Benut het daglicht zoveel mogelijk.
  2. Doe zoveel lampen aan als nodig en niet meer.
  3. Laat verlichting niet onnodig aan: doe lampen uit als u (ook voor korte tijd) een ruimte verlaat. Laat ook zuinige lampen niet onnodig aan. 
  4. Wanneer u onzuinige lampen gaat vervangen, begin dan met de lampen die vaak aan zijn en een hoog vermogen hebben (watt). 
  5. De lichtopbrengst vermindert bij oude lampen. Door de lamp te verplaatsen naar een plek waar minder lichtopbrengst vereist is, kan hij nog prima dienst doen. 
  6. Vervang gloeilampen zoveel mogelijk door spaarlampen. Die verbruiken vijf keer minder energie en gaan tien keer langer mee.
  7. De meeste halogeenlampen werken met een transformator. Deze verbruikt ongeveer 5 Watt aan elektriciteit. Wanneer de aan/uit-schakelaar tussen de transformator en de lamp zit, blijft de transformator ook stroom verbruiken als de lamp uit is. Met een schakelaar tussen het stopcontact en de transformator zet u alles uit. De stekker eruit trekken is ook een mogelijkheid.
  8. Dimmers verbruiken ook vaak energie als de lamp uit is. Ook dit voorkomt u door de aan/uit schakelaar tussen stopcontact en dimmer te plaatsen of de stekker eruit te trekken. Alle dimmers in Nederland hebben per jaar samen een sluipverbruik dat gelijk is aan het elektriciteitsverbruik van 10.000 woningen.
  9. Wanneer u in huis bepaalde lampen altijd dimt, kunt u deze vervangen door een lamp met een lager vermogen.
  10. Op korte termijn worden alle gloeilampen verboden. U hoeft niet te wachten tot gloeilampen uit de schappen verdwijnen: als u ze nu al vervangt door Led-lampen of spaarlampen dan bespaart u meteen energiekosten.
  11. Led-lampen zijn maar liefst tot 85% zuiniger dan gloeilampen met een vergelijkbare lichtopbrengst. Spaarlampen zijn tot 80% zuiniger.
  12. Led-lampen zijn niet alleen efficiënt met energie, ze hebben ook een zeer lange levensduur. Volgens de fabrikanten branden ze 35.000 tot 50.000 uur en gaan daarmee tot vijftig keer langer mee dan een gloeilamp.
  13. Vergelijk bij aankoop verschillende led-lampen goed; er bestaan nog grote verschillen in prijs, efficiëntie en bijvoorbeeld geschiktheid voor dimmers.
  14. Led-lampen zijn geschikt als vervanging voor zowel gloeilampen, als halogeenlampen en zijn zelfs bruikbaar in (speciale) dimmers. 

Energie besparen bij verwarmen en warm water

  1. Zet de kamerthermostaat een uur voor vertrek of slapen gaan op 13 tot 15 graden. Het huis koelt dan niet teveel af en kan 's ochtends zonder veel extra energie weer opwarmen.
  2. Sluit ´s avonds en ´s nachts de gordijnen. Zo houdt u veel warmte binnen.
  3. De thermostaat overdag één graad lager bespaart gemiddeld 7% op uw energiegebruik voor verwarming.
  4. Zet de thermostaat op de vorstvrij-stand als u met vakantie gaat.
  5. Laat de verwarming niet aanstaan als u voor langere tijd de kamer verlaat.
  6. Als u langer dan 5 dagen van huis gaat, kunt u de waakvlam uitdoen. Ook 's zomers kan de cv-waakvlam uit. Dit bespaart ca. 90 m3 gas of € 50 (prijspeil 2010). Dit geldt alleen voor ketels die nog een waakvlam hebben. Moderne ketels hebben elektronische ontsteking die niet uit hoeft.
  7. Maak gebruik van de mogelijkheden van een klokthermostaat.
  8. Laat de cv-ketel eens per jaar goed nakijken. Zorg ervoor dat uw installatie optimaal staat ingesteld.
  9. Per keer staan wij gemiddeld 8,5 minuten onder de douche. Eén minuut korter douchen bespaart warm water en dus energie. Als iedereen dat doet, besparen we in Nederland 28 miljard liter water en 126 miljoen m3 gas.

Bron: Milieucentraal. Voor meer informatie over energiebesparende tips kijkt u op : www.milieucentraal.nl

Voor informatie over energielabels kijk op: https://www.beslist.nl/info/energielabels_huishoudelijke_apparaten.html 

Tips voor maatregelen die eerst een investering vragen zoals isolatiemaatregelen of de aanschaf van energiezuinige apparaten en -voorzieningen. Deze investeringen verdient u over het algemeen binnen een aantal jaren terug. Energie besparen zorgt voor een lagere energierekening.

Energie besparen door isoleren

  1. De gemiddelde Nederlandse woning is matig geïsoleerd. In een slecht geïsoleerd huis wordt per jaar gemiddeld 2150 m3 gas verstookt voor de centrale verwarming. In een goed geïsoleerd huis is per jaar maar 700 m3 gas nodig.
  2. Isoleer de warmwaterleidingen in onverwarmde ruimtes. Dit bespaart een gemiddeld huishouden jaarlijks 10 tot 20 m3 aardgas en kan bevriezing voorkomen.
  3. Voor alle toepassingen geldt dat u het meest bespaart als u isolatiemateriaal gebruikt met een hoge isolatiewaarde (de R-waarde) en als u het materiaal zorgvuldig en zonder kieren aanbrengt.
  4. Isoleer uw dak. Bij een verwarmde zolder van 70 m2 kunt u via dakisolatie jaarlijks wel 714 m3 gas uitsparen. Dat scheelt op de gasrekening.
  5. Isoleer uw ramen. Als enkel glas wordt vervangen door HR++ glas, kan dat in een woning met 20 m2 glas gemiddeld 315 tot 460 m3 gas per jaar besparen.
  6. Isoleer uw gevel. Wanneer uw woning in 1988 of eerder is gebouwd, dan is er bij de bouw geen (of slechts in beperkte mate) gevelisolatie aangebracht.
  7. Weet u niet (zeker) of uw woning gevelisolatie heeft? Laat een isolatiebedrijf dan inspectie uitvoeren. Ook als er (vermoedelijk) na-isolatie heeft plaatsgevonden, is dat slim: in het verleden is de spouwmuurisolatie soms niet goed uitgevoerd.
  8. Bodemisolatie bespaart gemiddeld 148 m3 gas per jaar. Isoleer ook het 'opgaand werk' van de kruipruimte (de fundering). Dat verhoogt de totale isolatiewaarde. Zorg wel dat de Ventilatieroosters open blijven.
  9. Denk bij isolatie ook aan ventilatie. In een goed geïsoleerd huis is constant ventileren noodzakelijk. Anders komt er te veel vocht in huis en hopen schadelijke stoffen zich op.
  10. De meest energiezuinige installatie voor het verwarmen van uw huis en kraanwater is de warmtepomp. Zo’n pomp haalt warmte uit het grondwater, de bodem of de lucht, met een erg hoog rendement. Combineert u een warmtepomp met vloer- en wandverwarming (lagetemperatuurverwarming, LTV), dan bent u zeer zuinig bezig.
  11. Vloerisolatie op de begane grond kan gemiddeld per jaar 190 m3 gas besparen. Vloerisolatie zorgt voor een gelijkmatige temperatuur en minder vocht in huis.

Energie besparen bij verwarmen en warm water

  1. Plaats uw warmwatertoestel zo dicht mogelijk bij de keuken en badkamer. Als dat niet mogelijk is, kunnen aparte, directe leidingen naar keuken of badkamer de leidingwachttijd (de tijd die het kost om warm water uit de kraan te krijgen) beperken. Zo bespaart u veel water en energie.
  2. Verwarmingsketels met een hoog rendement zetten gas voor verwarming en warm water efficiënter om in nuttige warmte en zijn dus zuiniger. Dat scheelt ongeveer 315 m3 gas per jaar in vergelijking met een conventionele (combi) ketel.
  3. Installeer een waterbestendige douchekop. Per jaar bespaart u met een waterbesparende douchekop 10 m3 water en 45 m3 gas voor het verwarmen.

Energie besparen en koelen en koken

  1. Ook bij elektrische kook- en koelapparatuur geldt dat een apparaat met energielabel A, A+ of A++ het zuinigst is. Dit bespaart veel energie
  2. Wanneer u uw kookplaat gaat vervangen, overweeg dan een gaskookplaat. Deze belast het milieu het minst. Een inductiekookplaat is een goede tweede.
  3. Vrieskasten met een deur aan de voorkant gebruiken gemiddeld 15% minder energie dan vrieskisten met een deksel aan de bovenkant. Vrieskasten zijn gemiddeld genomen kleiner dan vrieskisten. Maak een bewuste keuze.
  4. Zorg bij de aanschaf van kookapparatuur dat het past bij uw gebruikswensen. Een voorbeeld hiervan is het formaat van de oven. Een groter apparaat verbruikt meer energie. 

Energie besparen en wassen en drogen

  1. Koop een wasmachine met een zo laag mogelijk energiegebruik per wasbeurt, neem er één met energielabel A, wasresultaat A en droogresultaat A (hoge kwaliteit centrifugeren).
  2. Overweeg de aanschaf van een hotfill wasmachine. Deze machines zijn direct op de warmwaterkraan aangesloten.
  3. Een wasmachine, droger, koelkast of vriezer met een A-label verbruikt de minste energie. Wasmachines zijn ook te koop met een Triple-A-label. Ze hebben een laag energieverbruik, een laag waterverbruik, en centrifugeren extra droog. 

Bron: Milieucentraal. Voor meer informatie over energiebesparende maatregelen kijkt u op : www.milieucentraal.nl.

Ieder huishouden gebruikt energie in de vorm van gas en elektra. Gas is een fossiele brandstof, net zoals steenkool en aardolie. Grijze elektriciteit wordt opgewekt met fossiele brandstoffen. Deze brandstoffen bevatten broeikasgassen waarvan kooldioxide (CO2) de belangrijkste is. Bij het gebruik komen de broeikasgassen vrij.

De concentraties CO2 in de atmosfeer zijn sinds de industriële revolutie, 200 jaar geleden, met 30% toegenomen. Het versterkte broeikaseffect dat hiervan het gevolg is, brengt allerlei klimaatveranderingen met zich mee, veranderingen die schadelijk kunnen zijn voor al het leven op aarde. Daarom is het belangrijk dat we zo zuinig mogelijk zijn met energie. Energiebesparing helpt klimaatveranderingen tegen te gaan.

Behalve 'grijze' elektriciteit bestaat er ook 'groene' stroom. Groene energie wordt opgewekt met behulp van zonlicht, wind, waterkracht of biomassa. Groene energie is beter voor het milieu dan grijze. Voor uw portemonnee maakt het niet uit of u groene of grijze stroom afneemt, maar het milieu vaart er veel beter bij als u voor groen kiest.