Financiën en planning en control cyclus

Gedurende het jaar zijn er verschillende momenten waarop het college van burgemeester en wethouders inzicht geeft in de financiële situatie van de gemeente.

Kadernota

Wat gaan we het komende jaar doen met het gemeentegeld? Daar geeft de kadernota een antwoord op. Met behulp van de laatste jaarrekening wordt eerst de huidige financiële situatie van de gemeente onder de loep genomen. Daarna worden de nieuwe prioriteiten bepaald. Het college van burgmeester en wethouders stelt op basis van deze prioriteiten een eerste versie van de nota op. Vervolgens is de gemeenteraad aan de beurt. De raad mag wijzigingen voorstellen en nieuwe voorstellen doen. Het college werkt al deze zaken uit tot een begroting. De begroting wordt in het najaar behandeld. Er worden dan in principe alleen nog beperkte bijstellingen gedaan binnen de eerder afgesproken kaders. Het opstellen van een goede kader-/voorjaarsnota is dus een belangrijke en uitdagende  taak!

Programmabegroting

Elk jaar stelt de gemeente een programmabegroting op. Deze laat zien waar de gemeente in een bepaald jaar haar geld aan uitgeeft. De begroting is opgedeeld in negen programma's. Voor elk programma zijn doelen en activiteiten opgeschreven en wat deze mogen kosten. De plannen uit het coalitieakkoord zijn hierin verwerkt. Voorbeelden van programma's zijn: Sociaal Domein, Onderwijs en Economie. De gemeenteraad stelt elk jaar in november een programmabegroting voor het volgende jaar vast.

Voorjaarswijziging, programmarapportage en slotwijziging

De voorjaarswijziging en de programmarapportage zijn tussenrapportages over de (verwachte) afwijkingen in het huidige jaar gebaseerd op de inzichten per 1 mei en 1 september. In de slotwijziging worden de laatste bekende wijzigingen verwerkt.

Jaarstukken (jaarrekening en jaarverslag)

Het college van burgemeester en wethouders legt hierin inhoudelijk en financieel verantwoording af aan de gemeenteraad over het gevoerde beleid.